Faunabeheer

Bescherming en beheer van de natuur

Faunabeheereenheden spelen een coördinerende rol bij de bescherming en het beheer van de van nature in Nederland voorkomende diersoorten en hun natuurlijke leefomgevingen (biotopen) en dragen daarmee bij aan een mooie gevarieerde natuur in Nederland. Dat zit zo. Niet alleen planten en dieren, maar ook micro-organismen als bacteriën en schimmels maken deel uit van een ecosysteem. Allemaal hebben ze een functie. Als er een goede balans is tussen de factoren die ervoor zorgen dat er veel verschillende soorten planten, dieren en micro-organismen binnen een ecosysteem leven, dan spreken we van een natuurlijk evenwicht. In een ecosysteem is altijd wel sprake van enige schommeling in de aantallen. Er kunnen meer of minder exemplaren van een bepaalde soort geteld worden dan in het jaar daarvoor, maar volgens de theorie zullen de aantallen over meerdere jaren vanzelf stabiliseren. Als FBE kijken wij hier anders tegenaan. In de praktijk zien wij dat populaties niet altijd vanzelf stabiliseren en dat er soms hulp van de mens nodig is om het evenwicht in een gebied te herstellen of de biotoop te verbeteren. 

Anders gezegd: met bepaalde soorten gaat het te goed of zeer slecht als de mens niet ingrijpt. Er ontstaan dan problemen. Sterke soorten – of dit nu planten, dieren of micro-organismen zijn – passen zich eenvoudig aan aan veranderende omstandigheden. Deze populaties kunnen explosief groeien als ze de vrijheid krijgen. Binnen een ecosysteem zijn grote toenames echter niet wenselijk, omdat de toename van de ene soort tot een vermindering of zelfs tot het verdwijnen van een andere soort kan leiden. Ingrijpen door de mens is dan nodig om het evenwicht te herstellen.

Diverse instanties en organisaties werken samen aan het behoud en de bescherming van de Nederlandse natuur. Een faunabeheereenheid draagt haar steentje bij door de omvang van in het wild levende dierpopulaties te monitoren, schade en overlast door diersoorten te beheersen en de uitvoering van het faunabeleid te coördineren.

Dilemma’s

Nederland is één van de dichtstbevolkte landen ter wereld, het heeft de meest intensieve landbouw ter wereld en een zeer dichte infrastructuur. In combinatie met klimaatverandering en de maatschappelijke wens voor veel mooie natuur in ons land ontstaan er regelmatig dilemma’s, die om een zorgvuldige afweging vragen.

Een faunabeheereenheid komt in beeld als er dilemma’s spelen waarbij de belangen van beschermde diersoorten in het geding zijn. Enkele dilemma’s waar een FBE zich onder andere mee bezighoudt zijn: vraatschade van gras en gewassen door ganzen in de agrarische sector, de risico’s van overstekend wild voor de (verkeers)veiligheid van de mens, overlast van damherten door vraatschade en overlast van dassen in (moes)tuinen bij particulieren.

Tussen diersoorten kunnen ook ongelijke verhoudingen bestaan. In dat geval kunnen diersoorten niet naast elkaar leven in dezelfde biotoop. Dit is bijvoorbeeld het geval in weidevogelbeschermingsgebied. Om ervoor te zorgen dat het weidevogelbestand van bijvoorbeeld de grutto en de tureluur in weidevogelbeschermingsgebied niet verder afneemt, is het van belang dat het aantal predatoren (roofdieren, zoals een vos, steenmarter en verwilderde kat) in datzelfde gebied binnen de perken blijft. Dit geldt voor de aanwezigheid van zogeheten exoten. Exoten zijn diersoorten die van nature niet in Nederland voorkomen en vaak door mensen in een nieuw gebied geïntroduceerd zijn. Enkele voorbeelden zijn de wasbeerhond en de rosse stekelstaart. Exoten zijn niet wenselijk in de Nederlandse natuur, omdat ze een ware plaag kunnen vormen en het ecosysteem in een gebied compleet kunnen verstoren, met alle gevolgen van dien voor diersoorten die wel van nature in Nederland voorkomen.

De genoemde en andere dilemma’s ten aanzien van in het wild levende dieren worden per provincie door de FBE geïnventariseerd en, indien nodig, onderzocht. Per situatie wordt bekeken welke diersoorten betrokken zijn, welke belangen in het geding zijn, welke mogelijke oplossingen er zijn en welke belangen, rekening houdend met de Wet natuurbescherming en het provinciale beleid, het zwaarstwegend zijn. Na overleg met het bestuur brengt de FBE een advies uit aan het bevoegd gezag, de provincie. Ter ondersteuning van de conclusie van dit advies worden (trend)telgegevens, informatie over diergedrag, gegevens uit het
SRS- en FRS-syteem < LINK >, schadegegevens van BIJ12 en andere relevante rapportages gebruikt.

Het FRS-systeem

Het FRS-systeem (Fauna Registratie Systeem) is hét landelijke registratiesysteem voor faunabeheereenheden, wildbeheereenheden, jagers en overige uitvoerders in het faunabeheer.

Het FRS kent verschillende functies:

  1. In het FRS worden gegevens geregistreerd die van belang zijn om het faunabeheer, dat vastgelegd is in het faunabeheerplan, te kunnen evalueren. Deze gegevens dienen niet alleen als verantwoording achteraf van eerder vastgestelde vrijstellingen, ontheffingen en opdrachten, maar ook als onderbouwing voor voortzetting, intrekking of wijziging daarvan in de toekomst.
  2. Het FRS biedt tools om het faunabeheer conform de Wet natuurbescherming uit te voeren. Via het FRS kunnen machtigingen aangevraagd en uitgegeven worden om beschermde dieren te mogen vangen, verontrusten en doden of om hun nesten of holen te verstoren ter bestrijding van (verwachte) schade of overlast, soms ook in het kader van populatiebeheer of juist om dierenleed te voorkomen.
  3. De FBE stelt in het FRS-systeem telprotocollen en een daaraan gekoppelde registratiemogelijkheid voor diverse tellingen ter beschikking.

Het FRS kent veel verschillende soorten gebruikers die elk hun eigen rechten, plichten en wensen hebben. De rol van de gebruiker bepaalt waar diegene in het FRS precies toegang toe heeft en wat de gebruiker met die gegevens kan doen. Alle uitvoerders in het FRS hebben met dezelfde inloggegevens ook toegang tot het SRS als zij namens één of meerdere grondgebruikers (verwachte) schade of overlast door wilde dieren gaan bestrijden. In dat geval dienen zij een digitale koppeling met de desbetreffende grondgebruiker(s) aan te gaan en te beschikken over een perceelgebonden machtiging.

FRS-mobiel

Het FRS-systeem is ook te gebruiken via een mobiele telefoon of tablet. Dit betreft geen app, maar een mobiele website van het FRS-systeem die platformonafhankelijk werkt, zodat deze op Android, IPhone of in een Windows-omgeving te gebruiken is. Voor het gebruik van deze mobiele website is wel een GPS-antenne en internet nodig.

Hoe werkt FRS-mobiel?

Via een internetbrowser als Safari of Chrome gaat u naar: mobiel.faunaregistratie.nl. Voor het inloggen gebruikt u dezelfde FRS-gebruikersgegevens waarmee u ook bij het FRS inlogt via uw pc. Via de mobiele website van het FRS-systeem kan de uitvoerder het volgende doen: afschot registreren, doodgevonden dieren melden en verjaagacties melden waarbij geen dieren gedood zijn in het kader van schadebestrijding voor één of meerdere grondgebruikers. FRS-mobiel biedt een aantal voordelen ten opzichte van het gebruik van het FRS via een pc:

  1. FRS-mobiel herkent de locatie van de gebruiker in het veld, waardoor afschot en doodgevonden dieren eenvoudig gemeld kunnen worden.
  2. Bij grofwild kunnen ook wildmerknummers ingevoerd worden en bij alle meldingen kunnen meerdere foto’s geüpload worden.
  3. FRS-mobiel wijst afschot automatisch toe aan de juiste wettelijke grondslag (bijvoorbeeld jacht, landelijke en provinciale vrijstellingen, perceelgebonden machtiging etc.).

Gegevens die via de mobiele website ingevoerd zijn, zijn tevens per direct terug te vinden in het FRS-systeem op de pc. Er is een specifieke handleiding voor het gebruik van FRS-mobiel beschikbaar. < LINK HANDLEIDING >